Test: BMW 225xe Active Tourer – Gewoonweg de beste optie

De monovolume in de 2-serie breekt dan wel met het dynamische imago dat we doorgaans met BMW associëren, maar dat staat zijn commercieel succes duidelijk niet in de weg. Zijn kopers laten zich de dynamiek en de rijprestaties van de 2-serie welgevallen, je zou al bijna vergeten dat je hier naar een voorwielaangedreven BMW kijkt. Alleen, met de plug-in hybride komt er een nieuwe benaming bij. De ‘x’ verwijst naar de traditionele vierwielaangedreven BMW-modellen, terwijl de ‘e’ duidt op elektrische aandrijving.

Vierwielaandrijving

Deze BMW 225xe beschikt dus effectief over vierwielaandrijving… al kan hij afhankelijk van de gekozen motor uitsluitend een voorwielaandrijver (benzine) dan wel een achterwielaandrijver (elektriciteit) zijn. De voortrein krijgt steeds zijn vermogen van de verbrandingsmotor, een 1.5 driecilinder met 136 pk en 220 Nm, de achtertrein wordt dan weer aangedreven door een synchroon lopende elektrische motor met 88 pk en 160 Nm. Afhankelijk van de pedaaldruk en van de gekozen rijmodus (hybride, volledig elektrisch of ‘save battery’) werkt de ene of de andere as, of beide in tandem.

De batterijen bevinden zich onder de bodem, waardoor de gewichtsverdeling uitstekend blijft. Maar het koffervolume krimpt wel naar 400 liter, terwijl ook de achterbank lichtjes hoger is geplaatst.

Ook sportief

Op de weg blijkt het systeem al net zo efficiënt als we recent nog in de BMW 330e mochten ondervinden. Dankzij de goede gewichtsverdeling en het totale beschikbare vermogen van 224 pk schenken deze monovolume een echte rijdynamiek, die naam waard. Wanneer je één cijfer nodig hebt om overtuigd te raken: hij haalt 100 km/u in 6,7 seconden. Interessante prestaties, die bovendien gekoppeld worden aan dat typische rijplezier van BMW. Zo kan hij zowel sportief zijn op vraag, en wanneer je de sportmodus inschakelt, maar evengoed comfortabel wanneer je met de hele familie op reis trekt.

In 3 uur en 15 minuten zijn de batterijen volgeladen aan een gewoon stopcontact, waarmee je in theorie 40 kilometer ver kan zonder uitstoot aan de uitlaat en zonder motorlawaai. Het cijfer is niet zo theoretisch, want we raakten in de praktijk 34 kilometer ver voor de brandstofmotor insprong voor de uitgeputte batterijen. Een rijbereik dat voor veel mensen al moet volstaan voor hun dagelijkse verplaatsingen.

Duur maar zuinig

Je bespaart niet alleen brandstof, al hangt het er natuurlijk van af hoe vaak je de benzinemotor gebruikt of je al dan niet in de buurt komt van de gehomologeerde 2 l/100 km, maar de 225xe blijkt in de aankoop ook nog eens enkele honderden euro’s goedkoper dan de gewone benzineversie: de 225i xDrive. Toch betekent dit nog geen soldentarief. Je moet rekenen op 37.850 euro voor de basisversie, terwijl onze luxueus aangeklede testwagen al op bijna 50.000 euro afklokte. Waarmee hij zichzelf natuurlijk buiten het bereik plaatst van heel wat gezinnen, al compenseert het enigszins dat hij in Vlaanderen met zijn 46 gr/km CO2-uitstoot verstoken blijft van inschrijvingstaks.