Sinds 1979 is de G-klasse op de markt. Een dinosauriër die weigert zich bij de feiten neer te leggen, en aldus maar op de band blijft bij Magna Steyr in Oostenrijk, dat de G produceert in opdracht van Mercedes. En waar hij een paar moeilijke momenten heeft gekend, is hij er de jongste jaren alleen maar populairder op geworden.
Vervanging dringt zich dus eigenlijk niet op, waardoor Mercedes af en toe een kleine update doorvoert. Zo ook nu. De G krijgt led-dagrijlichten ingeplant en – wohow – nieuwe buitenspiegels. De AMG krijgt nieuwe bumpers en een nieuw radiatorrooster en 20-duims wielen.
Bij elke update wordt ook het interieur bijgewerkt. Hij ziet er tegenwoordig resoluut luxueus uit, met onder meer een standaard Command navigatiesysteem met iPad-achtig scherm. Bij de technische verbeteringen vermelden we het ESP dat is bijgespijkerd, waardoor er nu ook stabiliteitscontrole is voor aanhangers, en een klimhulp.
1 diesel, 1 benzine
De motoren blijven ongewijzigd. Belangrijkste voor ons is de diesel, de G350 CDI: 211 pk en 540 Nm (vanaf 1.600 opm). Een AdBlue additief doet zijn stikstofoxide-uitstoot zakken. Hij is zowel met de korte als de lange wielbasis beschikbaar. De benzine voegt daar nog een cabrio-variant aan toe. De G500 met zijn V8 is 388 pk en 530 Nm krachtig.
2 AMG’s
De G55 AMG wordt vervangen door een G63 AMG. Die wordt aangedreven door de nieuwe 5.5 V8 met dubbele turbo: 544 pk en 760 Nm. Maar voor het eerst voorziet Mercedes ook in G65 AMG, met V12 met dubbele turbo. Dat geeft dan 612 pk en 1.000 Nm, wat in combinatie met het hoge zwaartepunt voor heel wat angstzweet moet kunnen zorgen. In Duitsland vraagt Mercedes 85.000 euro voor de goedkoopste G, de diesel.
